Toen de polders in Zevenhuizen verveend werden, moest de turf natuurlijk ook vervoerd kunnen worden naar de omliggende steden. Door de slechte toestand van de wegen was vervoer vrijwel alleen over water mogelijk. Om per schip uit de polder in de Rotte te komen was een sluis nodig, of een verlaat zoals men dat vroeger noemde. Elke polder in Zevenhuizen had zijn eigen verlaat. Voor de Catjespolder, die gelegen was in het noordelijke gedeelte van Zevenhuizen, was dit het Catjes verlaat. Restanten hiervan zijn nog zichtbaar in de Rottedijk bij het Korenmolengat. In de Zwanlasche polder liep een brede afvoersloot ‘De Zwanlasche sloot of vaart’, die via het Zwanlasche Verlaat in verbinding stond met de Rotte. Dit verlaat is vermoedelijk al in de 15e eeuw gesticht.
Het schutten door deze sluis kostte tijd, en dat was voor de schippers een mooie gelegenheid om boodschappen te doen. Het is te begrijpen dat bij dit Zwanlasche verlaat een buurtje ontstond met een herberg, een bakker enz. Later kwam ook het Wollefoppenverlaat daar vlak bij te liggen. Via de nog bestaande Vliet, kon men zo van en uit de Wollefoppenpolder in de Rotte komen. Het Zwanlasche verlaat heeft gelegen juist ten noorden van de vroegere onderwijzerswoning, thans Rottekade 32; het Wollefoppen verlaat lag bij het huidige café.
In oude stukken en op oude kaarten ziet men voor deze buurt vaak de naam Sootjevis. Onderzoek heeft aannemelijk gemaakt dat dit oorspronkelijk de naam was van de plaatselijke herberg. Vermoedelijk werd deze zo genoemd omdat men er niet alleen zijn dorst kon lessen, maar men kon er ook een zootje vis kopen. Deze naam heeft niet alleen tot gevolg gehad dat de uitbater zich zo ging noemen, maar ook de buurt werd in de volksmond Sootjevis genoemd, later werd dit: de Sootjesverlaten. Officieel was de naam van de buurt Zwanlasche verlaat, genoemd naar het grootste en belangrijkste van de twee verlaten.
Toen een gedeelte van de Zwanlasche polder drooggemalen en tot Eendrachtspolder werd, stichtte men in 1740 het nog bestaande Nieuwe Verlaat bij de Rottemeren en werd het oude Zwanlasche Verlaat gedicht. Sindsdien is de officiële naam van de buurtschap bij de twee verlaten: Oud Verlaat.
Het Wollefoppenverlaat heeft nog jaren lang bestaan, eerst in 1870 bij het droogvallen van de Prins Alexanderpolder werd ook dit verlaat gedicht. Alleen de naam herinnert nog aan de sluizen van weleer op deze plek. Ook de oude volksnaam voor deze buurt is nog steeds bekend. Er zijn maar weinig Zevenhuizenaars die niet weten waar Sootjesverlaat ligt.